Inspiratie

Operadagen Rotterdam 2011 – Medea tussen kunst en kitsch

Medea Medea Medea

Het eerste wat opvalt is de maar half gevulde zaal. Hallo, hier gaat een veelbelovende opera in première! Dit zijn de Operadagen Rotterdam! Waar is iedereen? De Rotterdamse Schouwburg doet het beste wat je in zo’n geval kunt doen: de stoelkeuze vrijgeven zodat iedereen dichtbij de spelers kan zitten.

Klanktapijt

Met een bekkenslag begint de muziek. Of misschien is ‘muziek’ niet helemaal het woord. Het is een geluidsdecor, een ‘klanktapijt’ zoals componist Wim Henderickx het noemt. Eén voor één komen de leden van het HERMESensemble op en nemen plaats elk op één van de dertien stoelen. 

Ze zitten op een rij, kunnen elkaar dus niet zien en moeten het van hun oren hebben. Die oren zijn uitstekend: ik heb geen fout kunnen ontdekken. En het geluid dat ze maken is prachtig. Altijd aanwezig, soms op de achtergrond en dan weer aanzwellend maar steeds sfeerversterkend als een Grieks koor. De opstelling is, zo valt in het dagprogramma te lezen, ontleend aan traditionele Turkse en Arabische orkesten. Ook de muziek wijst regelmatig in die richting, en combineert Oosterse en Westerse instrumenten: duduk met klarinet, bendir met elektrische gitaar. Wonderschoon!

Glitter

Glitter op hun lijf, glitter op hun kleren. Achter hen een wand van spiegelende koperpanelen. Onder hun voeten de houten toneelvloer. Voor hen, vooruitstekend richting publiek, een platform met daarop een dierenhuid. Je weet als publiek meteen: daar gaat het gebeuren. Een operadecortje is het niet. Wel een onheilspellende arena, ondanks, of misschien wel dankzij, alle glitter.

Zangeres Selva Erdener begroet het publiek vriendelijk. Ze zal geen woord spreken behalve één keer het Turkse woord voor Ja. Ze zingt geen woorden maar klanken, is het alter ego van Medea, volgt haar met haar ogen en haar stem. Wat een bijzondere prestatie!

Vier monologen

Dan neemt als eerste Kreon het woord, de koning van Corinthe. Hij is een verdrietig man en zal dat de hele avond blijven. Genoeg om over te treuren. Hij houdt een verhaal over het recht op geluk voor iedereen, en de zelfopoffering die hij zichzelf daarvoor aandoet. Hij heet de twee vreemdelingen, Jason en Medea, welkom want “zij kunnen ons vertellen wie wij zijn”. Peter Verhelst schreef mooie zinnen voor hem, maar het geheel blijft me nauwelijks bij. Hij is er, deze Kreon, maar lijkt op te gaan in de achtergrond.

De volgende monoloog is van zijn dochter Glauke. Ze heeft Jason gezien en is helemaal hoteldebotel van hem. Huppelend en hinnikend als een veulen springt ze over het toneel. Als een volwassen vrouw die probeert een puber na te doen. Jammer.

Medea Medea Medea

De beurt is aan Jason: “Ik ben niets.” Elektrische gitaar begeleidt zijn speech – de blabla van een politicus. Gezwollen van toon, leeg van inhoud, gedeclameerd op domineestoon. Uitmondend in een conclusie over zijn eigen situatie: “Help mij de man te zijn die zijn huis sloopt om een nieuw huis te bouwen.” Beide vrouwen weten waar ze aan toe zijn en klemmen zich als aapjes aan hem vast.

Medea

Medea komt naar voren. Met verliefde moederblik beschrijft ze tot in detail haar kinderen: hoe mooi, lief en zacht ze zijn, hoe lekker ze ruiken. En tussendoor zegt ze: “Nooit meer.” Ze bereidt haar zonen voor op het feest van hun vader en brengt hen voor de allerlaatste keer naar bed. Voordat ze haar kinderen offert aan haar eigen jaloezie. Het is een monoloog die er enorm zou kunnen inhakken, maar op het randje balanceert tussen kunst en kitsch, en naar mijn gevoel deze avond net aan de verkeerde kant landt.

Wat muziek en vormgeving betreft vond ik het een bijzondere productie. Een spannend idee om het verhaal van Medea op zo’n abstracte manier te vertellen met een geluidsdecor en vier monologen. Maar het spel wens ik betere tijden toe. De voorstelling speelt nog door tot in het voorjaar van 2012; alle gelegenheid om te groeien.

 

Een productie van Muziektheater Transparant en de Veenfabriek.

Compositie en muzikale leiding: Wim Henderickx
Tekst/libretto: Peter Verhelst
Regie: Paul Koek
Dramaturgie: Paul Slangen
Zang: Selva Erdener
Acteurs: Reinout Bussemaker, Joep van der Geest, Yonina Spijker, Lizzy Timmers

Ensemble: HERMESensemble

 

Gezien op 28 mei 2011 tijdens de Operadagen Rotterdam in de Rotterdamse Schouwburg.

Eerder gepubliceerd op Cultuurpodium Online. Foto’s van Felic Kindermann.